Dwangstoornis
Veel bevestiging vragen, lichtknopjes, deursloten en gas controleren, spullen recht leggen, vaste volgordes aanhouden, veelvuldig handen wassen. Zomaar een greep uit een heel scala aan mogelijke dwanghandelingen die een kind kan uitvoeren. Vaak blijft het niet bij 1 handeling. Soms zijn kinderen per dag meerdere uren kwijt met dwanghandelingen of dwanggedachten.
Bij een dwangstoornis (ook wel Obsessief Compulsieve Stoornis genoemd) gaat het om dwanggedachten en dwanghandelingen, waarover het kind geen controle heeft. Deze handelingen hebben overeenkomsten met rituelen, omdat ze doorgaans volgens een bepaald patroon worden uitgevoerd. Vaak zijn deze handelingen een reactie op dwangmatige gedachten (obsessies) die het kind probeert te neutraliseren door de handelingen uit te voeren. Voor de omgeving lijken deze handelingen overbodig, maar voor het kind die de handelingen uitvoert, lijken deze van sterk belang om nadelige gevolgen te voorkomen.
Behandeling
Vaak komt de dwanghandeling voort uit een soort spanning. De spanning bouwt om de een of andere reden op en neemt pas af wanneer de dwanghandeling wordt uitgevoerd. Dit proces blijft zich echter herhalen waardoor er steeds meer dwanghandelingen nodig zijn om de spanning te verminderen.
In de behandeling gaan we op zoek naar de oorzaak van de spanning. Dat doen we door middel van CGT. Soms lukt het niet om de oorzaak te vinden. Daarom gaan we ook altijd aan de slag met de dwanghandeling. Ook dat doen we door middel van CGT. De duur van de behandeling hangt vaak samen met hoeveel dwanghandelingen het kind inmiddels ontwikkeld heeft en hoe hardnekkig ze aanwezig zijn. We starten de behandeling met het inventariseren van alle dwanghandelingen. Dan kijken we samen met ouders en kind welke dwanghandeling we als eerste aan gaan pakken. Wanneer die onder controle is, bekijken we samen welke volgende dwanghandeling we gaan behandelen, en zo voort.
De rol van ouders tijdens de behandeling is relatief groot. Ouders kunnen thuis hun kind stimuleren om de dwanghandeling op afgesproken wijze te verminderen. Daarnaast kunnen ouders een reëel beeld geven van de hoeveelheid dwanghandelingen van hun kind. Voor het kind zelf zijn veel handelingen inmiddels al ‘normaal’ geworden.